Situatie
Een dochter belt namens haar vader de NVVE en legt uit dat haar vader ernstig ziek is. Haar vader heeft zojuist een hartoperatie ondergaan en ligt nu in het ziekenhuis op de afdeling thoraxchirurgie. Er zijn grote complicaties met zijn longen. Haar vader is nog helder van geest, maar erg moe. Hij wil niet meer verder leven en hij vraagt om hulp bij het sterven. De situatie verergert met de minuut, meneer heeft een zuurstofslangetje, is benauwd en stikt bijna.
De hoofdbehandelaar heeft afgelopen nacht de optie van palliatieve sedatie besproken met de familie. Er is besloten om de sedatie te starten, maar de zaalarts die overdag dienst heeft doet nog behandelvoorstellen. Tijdens het teamoverleg is namelijk twijfel ontstaan over de levensverwachting van meneer. Palliatieve sedatie is alleen mogelijk indien iemand twee weken te leven heeft en daar is het team niet zeker van. De zaalarts wil daarom doorbehandelen en wil nog niet beginnen met sedatie. De familie heeft over een half uur een afspraak met de hoofdbehandelaar en neemt contact op met het Adviescentrum.
Het Adviescentrum heeft de dochter geïnformeerd over het recht om namens haar vader behandelingen te weigeren. Ook heeft het Adviescentrum informatie verstrekt over palliatieve sedatie en gewezen op het palliatieve consultatieteam van het ziekenhuis. De dochter heeft een goed gesprek gehad met de hoofdbehandelaar. Deze begrijpt de situatie volledig en is bereid om te starten met palliatieve sedatie en verdere behandelingen te stoppen.
Care versus Cure
De patiënt die op sterven ligt heeft de dood aanvaard en is te kwetsbaar om voor zich zelf op te komen. Hij vraagt de mensen om zich heen om goede zorg bij het sterven (care). Hij vraagt niet meer om genezing (cure). De dochter en overige familieleden van de patiënt accepteren de situatie van de patiënt en verwachten dat de medici de juiste zorg bieden in de laatste levensfase. De twee artsen die zijn betrokken bij deze casus denken beiden verschillend over de situatie. De hoofdbehandelaar is care georiënteerd en bereid om goede zorg te verlenen in de laatste levensfase. De zaalarts daarentegen wil graag doorbehandelen. De cure georiënteerde attitude van de zaalarts brengt disbalans in het proces en onrust bij de familie.
Overbehandelen in relatie tot Palliatieve zorg
Het Adviescentrum signaleert dat er tussen patiënt en arts regelmatig onduidelijkheid ontstaat rondom het starten van een medische behandeling. De verwachtingen van beide partijen komen niet altijd overeen. Bij het Adviescentrum komt de kwestie overbehandelen met name voor bij kwetsbare ouderen in de laatste fase van hun leven. Het Adviescentrum merkt verder op dat mensen vaak niet op de hoogte zijn van het recht om als wettelijk vertegenwoordiger op te treden en namens de patiënt een behandeling te weigeren. Dit patiënten recht is vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Afzien van medische behandelingen kan voor sommige mensen betekenen dat een waardig levenseinde binnen handbereik komt. Dit valt of staat echter met goede en tijdige palliatieve zorg.
Nadya Viegas, antropoloog en werkzaam bij het Adviescentrum.