Op het 'strandje' achter ingang G van de Amsterdamse Rai, waar Euthanasia2016 wordt gehouden, zitten, staan en liggen honderden (jonge) mensen in de zon het leven te vieren. Binnen luisteren zo'n 350 belangstellenden uit 26 landen naar toespraken over een waardig levenseinde. Het contrast is minder scherp dan het lijkt. De NVVE, die de conferentie organiseert, draagt niet voor niets de boodschap uit dat bij een mooi leven een waardige dood hoort.

'Taboes helpen niet, praten wel', luidt de videoboodschap van Nederlands Volksgezondheidsminister Edith Schippers aan het begin van de eerste conferentiedag.
Suzanne van de Vathorst, bijzonder hoogleraar Kwaliteit van de laatste levensfase en van sterven bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, schetst de geschiedenis en inhoud van de Nederlandse euthanasiewetgeving. Belangrijk verschil met de situatie in andere landen waar wetten omtrent het zelfgewilde levenseinde (in ontwikkeling) zijn is dat in Nederland niet het recht om te sterven centraal staat, maar het recht om te helpen sterven, benadrukt ze. In de wet zijn dan ook zorgvuldigheidscriteria voor het handelen van dokters omschreven.

Julie Besner

Julie Besner, vertegenwoordiger van het Ministerie van Justitie in Canada, beschrijft de vorderingen met betrekking tot een wetsontwerp voor 'medical assistance in dying'. Het Hooggerechtshof gaf de regering vorig jaar een opdracht om een wet te ontwerpen.
Essentie daarvan is dat iemand van 18 jaar of ouder hulp bij het sterven mag krijgen wanneer hij wilsbekwaam is, zijn ziekte ernstig en ongeneeslijk is, hij ondraaglijk lijdt en de natuurlijke dood te verwachten is binnen afzienbare tijd. Dit laatste begrip is niet nader omschreven.
Uitgesloten van strafvervolging zijn niet alleen dokters, maar ook verpleegkundigen, apothekers, degenen die hen bijstaan en andere personen die een patiënt helpen om de dodelijke middelen in te nemen.
Anders dan in Nederland moeten er twee onafhankelijke getuigen zijn wanneer de patiënt zijn geschreven verzoek tekent en heeft de patiënt vijftien dagen wachttijd.

George Eighmey

Prominente gast tijdens de conferentie is bestuurslid van het Death with Dignity National Center, George Eighmey. Als advocaat en parlementslid droeg hij ertoe bij dat Oregon de eerste Amerikaanse staat werd met een Death with Dignity Act. Inmiddels zijn dat er vijf in totaal.
Op dit moment is 77 procent van de Amerikanen voorstander van een (soort) Death with Dignity Act. Door met hagel te schieten behaal je onvoldoende resultaat, vindt Eighmey, en verspeel je je publieke krediet. Hij verklaart zich een groot voorstander van een strategische en doelbewuste aanpak om de wet ook in andere staten aangenomen te krijgen.
Eighmey en zijn collega's voeren nu campagne om de wet op korte termijn erdoor te krijgen in vier staten. De verwachting is dat dit in New York, Maryland en Hawaï in 2018 zal lukken. Maine zal naar verwachting al in 2017 aan de beurt zijn.
In antwoord op vragen uit het publiek vertelde Eighmey dat zijn organisatie een matrix bijhoudt met onder meer demografische gegevens, gegevens over het politieke klimaat, het maatschappelijke draagvlak, de sterkte van grassroot-bewegingen en beschikbare fondsen. Op basis daarvan beoordelen ze of een staat 'klaar' is om aan wetgeving te beginnen.

De Levenseindekliniek

In de middag leggen directeur Steven Pleiter, arts Jenne Wielenga en psychiater Paulan Stärcke de werkwijze van de Levenseindekliniek uit. Pleiters verhaal gaat over de uitgangspunten, procedures en kernwaarden van de ambulante teams. Wielenga is lid van een van deze teams. Hij schetst enkele patiëntcasussen.
Eentje betreft een 96-jarige vrouw met alzheimer, die in 2002 al een wilsverklaring schreef waarin ze stelde euthanasie te willen als ze dement zou worden en haar kinderen niet meer zou herkennen. Dat was inmiddels al twee jaar het geval. Maar toen de arts van de Levenseindekliniek haar vroeg wat ze zou doen als hij haar een dodelijk drankje zou aanreiken, antwoordde ze stellig dat ze het direct weg zou smijten. De vrouw kreeg geen euthanasie; de bescherming van het leven woog zwaarder dan haar zelfbeschikkingsrecht, het voorkomen van onnodig lijden en de waardigheid.
Een relatief fitte 90-jarige man met lymfeklierkanker en de ziekte van Crohn kreeg zijn vurig gewenste euthanasie wel. Hij had zich opgewerkt van timmerman tot directeur van een grote bouwmaatschappij en was gewend hoge eisen aan anderen en zichzelf te stellen. Bij hem sloeg de weegschaal door naar de kant van zelfbeschikking boven levensbescherming.
Psychiater Paulan Stärcke benadrukt hoe belangrijk zij het vindt ('bijna verplicht') om – tenzij de patiënt dat expliciet niet wil – familieleden te informeren over het euthanasieverzoek van een patiënt. Ook, of misschien wel juist wanneer zij soms al jaren van elkaar vervreemd zijn. Tot haar vreugde lukt dat in veel gevallen. Ze vertelt dat na een euthanasie tevens altijd nazorg wordt geboden en vaak ook geestelijke verzorging.

Joachim Cohen

Medisch socioloog Joachim Cohen van de Vrije Universiteit Brussel analyseerde de uitkomsten van European Values Studies (2008) op de mate van acceptatie van euthanasie in relatie tot sociodemografische en culturele factoren.
Denemarken, België, Frankrijk, Nederland, Zweden en Luxemburg staan bovenaan de lijst van landen waar euthanasie het meest wordt geaccepteerd. Georgië, Turkije, Cyprus en Kosovo staan onderaan. De acceptatie in West-Europese landen is vanaf 1981 tot 2008 min of meer permanent gestegen. Dat is deels verklaarbaar door de ontkerkelijking.
Er is een relatie tussen religie en acceptatie. Protestanten zijn toleranter dan katholieken en de laatsten zijn weer toleranter dan orthodoxen en die zijn weer toleranter dan moslims. Het standpunt van de maatschappij als geheel, van de cultuur, is echter van grotere invloed op het standpunt van een gelovige dan de leer zelf.
Ook met de mate van vrijheid ten opzichte van andere maatschappelijke vraagstukken zoals abortus en homorechten hangt de acceptatie van euthanasie samen. Hoe groter die vrijheid, hoe groter de acceptatie van euthanasie.
Ander belangrijk element voor de acceptatie van euthanasie in een maatschappij is vertrouwen. Wanneer mensen hun medemens vertrouwen, staan ze ook positiever ten opzichte van euthanasie, zo blijkt uit onderzoek.
Onbedoeld onderschreef Asunción Alvarez del Rio, directeur van de Right-to-Die-Society van Mexico, dit element. Zij refereerde aan een onderzoek in Mexico Stad, waaruit bleek dat dokters onder meer tegen legalisering van physician assisted dying zijn omdat ze het gevaarlijk vinden vanwege de hoge mate van corruptie in het land.


Eerste conferentiedag: een  mooi leven, een waardige dood

Ontvang onze nieuwsbrief

Ontvang onze nieuwsbrief

Deel dit item:

De NVVE maakt gebruik van cookies

De NVVE maakt altijd gebruik van noodzakelijke cookies. Dit zijn functionele en analytische cookies om deze website beter te laten werken en om het websitebezoek te analyseren.
Onze website maakt daarnaast óók gebruik van cookies die niet noodzakelijk zijn. Het gaat om sociale media cookies en tracking cookies. Lees wat deze doen in onze cookieverklaring.