Uitgangspunt voor de NVVE is dat euthanasie in de psychiatrie binnen de kaders van de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding mogelijk is, mits de arts, net als bij andere verzoeken tot euthanasie, de zorgvuldigheidseisen in acht neemt. Dat betekent dat de arts ervan overtuigd moet zijn dat het gaat om een vrijwillig en weloverwogen verzoek en dat de patiënt ondraaglijk en uitzichtloos lijdt. De arts moet de patiënt informeren over de situatie waarin hij/zij zich bevindt en over de vooruitzichten van de patiënt. De arts moet met de patiënt tot de overtuiging komen dat er geen redelijk alternatief is. Daarnaast moet onafhankelijke consultatie plaatsvinden door ten minste één andere arts en moet de levensbeëindiging op zorgvuldige wijze worden uitgevoerd. Wanneer het euthanasieverzoek van een patiënt als zorgvuldig getoetst is en voldoet aan de wettelijk gestelde eisen, moet de weg voor euthanasie vrij zijn. De bron van het lijden is immers niet van belang.
De feiten
Jaarlijks worden circa 13.000 euthanasieverzoeken gedaan. In 2012 werden 4188 van deze verzoeken gehonoreerd. Ook psychiatrisch patiënten mogen een euthanasieverzoek indienen. Het onderzoek van Van Helden (2010) maakt melding van 500 verzoeken. Naar schatting plegen per jaar 50 psychiatrisch patiënten, van wie het euthanasieverzoek is afgewezen, suïcide. In 2012 vonden 1753 zelfdodingen plaats. De helft van het aantal personen dat suïcide pleegde, had eerder psychische hulp gekregen.
Euthanasie in de psychiatrie
Het afgelopen jaar is het aantal euthanasiemeldingen in de psychiatrie flink toegenomen: 42 gevallen in 2013 tegen 14 in 2012. Een verklaring voor deze toename kan worden gezocht in een veranderde houding van psychiaters en de bredere bekendheid van de herziene Richtlijn van de NVvP (2009). Ook de Steungroep Psychiaters die is opgericht in 2011 door de NVVE wordt vaker geconsulteerd. Daarnaast speelt de oprichting van de Levenseindekliniek in 2012 een rol. Van de 42 keer dat in 2013 euthanasie bij psychiatrisch patiënten werd uitgevoerd, werden 9 door de Levenseindekliniek verleend.
Psychiaters maken onderscheid tussen een weloverwogen doodswens van patiënten en suïcidaliteit, wat een symptoom kan zijn van de psychiatrische ziekte. Onder psychiaters is steeds meer bereidheid tot een gesprek over een weloverwogen doodswens. Een doodswens wordt niet meer standaard uitgelegd als een levenswens. Dit is niet alleen van belang voor de patiënt zelf maar ook voor diens naasten. De verwerking van het overlijden blijkt makkelijker wanneer er een goed en waardig sterven is geweest dan wanneer iemand in eenzaamheid en veelal op gruwelijke wijze uit het leven is gestapt.