Marrit van Exel: niet alleen verlof bij gezinsuitbreiding, maar ook bij ‘gezinsinkrimping’

‘Het is tijd dat rouwverlof wettelijk wordt geregeld’

Zwangerschaps- en bevallings­verlof is al jaren bij wet geregeld in ons land. Marrit van Exel (53) vindt het onbegrijpelijk dat dat niet geldt voor een rouwverlof. Terwijl je dat na het verlies van een dierbare keihard nodig hebt, vindt ze.

Marrit van Exel is een petitie begonnen met de titel: Geef rouwverlof bij gezinsinkrimping. ‘Ik zet het heel bewust tegenover het verlof bij gezinsuitbreiding, dat wel goed geregeld is. De impact daarvan is normaal gesproken echt minder heftig en ingrijpend.’ Marrit is ervaringsdeskundige in beide. Vier keer werd ze moeder en twee keer verloor ze een dierbare. In 2011 overleed haar man en zeven jaar later een van haar kinderen. Ze werkte bovendien jarenlang op de personeelsafdeling van een grote organisatie. ‘Dus ik weet ook voor welke spagaat het zorgt binnen bedrijven. Als iemand niet kan werken omdat een partner is overleden, moet je een ziekteverzuimdossier opbouwen. Dat klopt niet. Het is de vraag of iemand in de rouw ziek is. Maar als je niet kunt werken, is dat nu de enige manier. En juist dát vinden veel mensen moeilijk. Rouwverlof kan voorkomen dat ze alsnog echt ziek worden, want dat risico loop je nu. Als iemand niet genoeg tijd voor zichzelf neemt en maar doorgaat, dan krijgt hij de rekening een jaar of wat later alsnog. Dan zie je dat mensen bijvoorbeeld een burn-out krijgen. Daar is toch niemand bij gebaat?’ Vensterbankklussen > Marrit hoopt genoeg handtekeningen te verzamelen zodat het voorstel in de Tweede Kamer wordt besproken na de zomer. ‘Het is al eens eerder aan bod geweest, maar het werd afgedaan met de opmerking dat veel mensen in de rouw de afleiding van werk juist prettig vinden. We hebben de neiging om voor anderen te bepalen wat goed voor hen is. Dat geldt ook voor de overheid. Als iemand naar zijn werk wil omdat thuis de muren op hem afkomen, is dat natuurlijk prima. Ik pleit niet voor verplicht thuiszitten. Maar geef iemand de ruimte om zelf te bepalen wat goed voelt. Als iemand een halve dag heeft gewerkt en het gaat niet meer, moet hij zich vrij voelen om naar huis te gaan. Dat is wat je bewerkstelligt met zo’n verlof. Ik adviseer mensen vaak op zoek te gaan naar zogenaamde “vensterbankklussen”. Van die klussen die niet urgent zijn, maar wel moeten gebeuren. Dan kan iemand zijn eigen tempo bepalen.’ Marrits werkgever was erg coulant na het overlijden van haar man. ‘Mijn directeur leek oprecht verbaasd toen hij me een week na de uitvaart op kantoor zag.

Ik kwam even langs om koffie te drinken. Na een half uur was ik bekaf en wilde ik weer naar huis. En gelukkig was dat in mijn geval geen probleem. Maar je bent volledig afhankelijk van je werkgever en bovendien moet je je ziekmelden als je niet naar je werk gaat. Dat is geen wenselijke situatie. Als ik over mijn petitie begin, gaat het meteen over de vraag wie dat dan moet betalen. Mijn voorstel is om het precies hetzelfde aan te pakken als bij zwangerschapsverlof. Die kosten betaalt het UWV.’

Kort ziekbed > Voor Marrit kwam de rouw om haar echtgenoot na een kort, maar intensief ziekbed. ‘Op 4 mei 2011 hoorde mijn man dat hij terminaal was. Het eerste wat hij deed was een informatiepakket bij de NVVE aanvragen. Hij hield graag de touwtjes in handen.’ Hij was pas 47 en overleed na zes weken. ‘De huisarts verleende hem euthanasie. Als het aan mijn man had gelegen, had het wel eerder gemogen, want hij was echt op. Zo snel als hij altijd genas, zo snel deelden de kankercellen zich nu in zijn lichaam. Het is goed dat het niet langer heeft geduurd. Dat had hij niet gewild. Maar het is fijn dat we de tijd hebben gekregen om afscheid te nemen. Wat ik die weken vooral zwaar vond, is dat ik de hele tijd “aan” stond. Je bent constant op die ander gericht. De eerste drie maanden na iemands overlijden moet er zoveel worden geregeld. En dat terwijl je doodmoe bent. Vervolgens moet je een manier vinden om te leren leven met het besef dat iemand met wie je je leven deelde, er niet meer is. Daar kun je je niet op voorbereiden. Iedereen gaat daar anders mee om. Ik heb geleerd dat rouw niet verdwijnt, maar dat je levensvreugde wel weer groeit. Het blijft naast elkaar bestaan. Ik kan enorm genieten van het leven. Dat wil ik andere weduwen ook meegeven. Een paar jaar na het overlijden van mijn man heb ik een sabbatical genomen en na dat halfjaar wist ik dat ik niet meer terug wilde naar een vaste baan. Ik ben voor mezelf begonnen als rouwcoach. Vorig jaar heb ik de Survivalgids voor weduwen geschreven. Mensen hebben ook gewoon tijd nodig. Ik hoop dus echt dat dat rouwverlof er komt.’ •


Tekst: Martien Versteegh • Foto: Josje Deekens