Op 13 december 2019 overleed Elbert Felix (86) thuis, in de armen van zijn partner Hans Boelsma. Zijn lichaam was op, zijn lijden groot. Zoals hij vurig wenste, kon euthanasie uitkomst bieden. Hans kijkt met dankbaarheid terug op het serene afscheid. ‘Het geeft rust, maar het gemis is er niet minder om.’

‘In de bijna vier decennia dat we samenleefden, was alles bespreekbaar bij ons, ook het levenseinde. Al zeker 30 jaar waren we lid van de NVVE, toen Elbert vreselijk begon af te takelen. Hij was ook gewoon een oude man, zijn lichaam was op. Hij ging steeds moeilijker lopen, eerst met een stok en later met een rollator, totdat hij op een zondagmorgen in juni 2019 wilde opstaan uit bed en door zijn knieën op de grond zakte. Het leek alsof zijn benen van papier waren, zei hij. Ik heb 112 gebeld en hij is naar het VUmc gebracht.’

Weer mis

‘Na verschillende onderzoeken werd hij binnen 24 uur twee keer geopereerd, in zijn rug werden er schroeven en een plaatje geplaatst. Na nog een aantal dagen in het ziekenhuis verhuisde hij voor revalidatie naar een verpleeghuis. In eerste instantie maakte hij vorderingen, het lukte hem weer om te staan en te lopen. Maar in september ging het mis en zakte hij weer door zijn knieën. Hij kwam in een rolstoel terecht, in de ochtend moest hij vanuit bed in de rolstoel worden getakeld en ’s avonds omgekeerd.’

‘Toen de neuroloog concludeerde dat hij nooit meer zou kunnen staan of lopen, reageerde Elbert heel pertinent: zo wilde hij niet verder, hij wilde euthanasie. Zijn schrikbeeld was dat hij in het verpleeghuis zou moeten wachten op een longontsteking om te overlijden. Bovendien vreesde hij alleen achter te blijven. Ik zelf ben namelijk ook ziek, ik heb uitgezaaide kanker en heb volgens de prognoses nog maar een aantal jaren te leven. Ik begreep Elberts wens goed, hij was 14 jaar ouder en gewoon op. Zo lang hij het kon, had hij mij tijdens chemokuren met alle toewijding verzorgd. Maar nu kon hij niks meer.’

‘De afdelingsarts begreep zijn situatie, het hoofd van het verpleeghuis niet. “Er wonen hier zoveel mensen zoals u. Als u goed uw best doet met de fysio gaat het vast beter”, zei zij. Verbijsterd waren we, horen we dat nu goed? “Het gaat hier niet over ‘zoveel mensen’”, antwoordde ik, “het gaat hier over meneer Felix”. Gelukkig hadden we vooral te maken met de afdelingsarts en die reageerde heel empathisch. Het was allemaal zo ontluisterend en uitzichtloos. De lichamelijke pijn kon onderdrukt worden met medicatie, mentaal leed Elbert het meest.’

Hans_Boelsma_2.jpg

Andere weg

‘We hadden goed contact met de huisarts, maar toen we het over euthanasie hadden, gaf hij meteen aan: “Ik ben er niet voor of tegen, maar ik kan het niet”. Dat respecteerde ik. We moesten een andere weg zoeken en kwamen terecht bij het Expertisecentrum Euthanasie. We hadden meteen een klik met de arts en de verpleegkundige en voerden goede, prettige gesprekken. Zij zetten de procedure in gang. Herhaaldelijk werd vastgesteld dat hij wilsbekwaam was en uitzichtloos leed, ook de SCEN-arts bevestigde dat.’

‘Daarna konden we een datum vaststellen. Het werd 13 december. Elbert wilde graag voor de kerstdagen thuis sterven. Op 12 december zijn we nog samen in een restaurant gaan lunchen. Zijn laatste nacht in het verpleeghuis sliep hij, zoals de afdelingsarts me later vertelde, rustiger dan ooit. Van daaruit werd hij de volgende dag met een ambulance naar huis gebracht. Elbert en ik hebben samen nog een glas rode wijn gedronken en daarna zei hij tegen de arts van het Expertisecentrum: “Ik ben er klaar voor”. Ik ben naast hem op bed gaan liggen en heb hem in mijn armen genomen. Zo is hij heel rustig ingeslapen.’

Helder tot het laatst

‘Ik voel me een gezegend mens dat het zo gegaan is. Tot het laatst is hij mentaal helder gebleven, we hebben bewust en vredig afscheid van elkaar kunnen nemen. Elbert heeft de regie kunnen behouden en dat geeft me rust. Ook zijn uitvaart had hij zelf voorbereid. Toen we elkaar nog niet zo lang kenden, zagen we eens een film waar zo’n prachtig gedicht werd voorgedragen, Funeral blues van W.H. Auden. “Dát moet je voorlezen op mijn crematie”, zei hij toen al. En dat heb ik gedaan, precies volgens zijn wens.’

Funeral Blues
Stop all the clocks, cut off the telephone,
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.

Let aeroplanes circle moaning overhead
Scribbling on the sky the message He Is Dead,
Put crepe bows round the white necks of the public doves,
Let the traffic policemen wear black cotton gloves.

He was my North, my South, my East and West,
My working week and my Sunday rest,
My noon, my midnight, my talk, my song;
I thought that love would last forever: I was wrong.

The stars are not wanted now: put out every one;
Pack up the moon and dismantle the sun;
Pour away the ocean and sweep up the wood;
For nothing now can ever come to any good.

W.H. Auden


Hans Boelsma

Ontvang onze nieuwsbrief

De NVVE maakt gebruik van cookies

De NVVE maakt altijd gebruik van noodzakelijke cookies. Dit zijn functionele en analytische cookies om deze website beter te laten werken en om het websitebezoek te analyseren.
Onze website maakt daarnaast óók gebruik van cookies die niet noodzakelijk zijn. Het gaat om sociale media cookies en tracking cookies. Lees wat deze doen in onze cookieverklaring.