‘Verdriet tijdens maanden van aftakeling maar met name de twee laatste vreselijke nachten staan in mijn geheugen gegrift. Ik zag haar knokken tegen de pijn en wat er mogelijk verder nog in haar hoofd omging. Het beleid van het verpleeghuis met betrekking tot het toedienen – of beter gezegd: níét toedienen – van medicatie heeft die twee nachten tot de langste in mijn leven gemaakt. Ik voel me na bijna zes jaar nog steeds schuldig dat ik mijn moeder geen beter einde heb kunnen geven.’

‘Gelukkig heb ik het voor mijn vader en stiefmoeder ruim op tijd, via de NVVE, vast kunnen leggen. Volledig vrede met de keuze die zij hierin gemaakt hebben, twee mooie levens die onder hun eigen regie beëindigd zijn.’
‘Mijn vader keek in afwachting van de arts telkens op de klok. “Het hoeft nog niet hė pap, je kan nog een paar weken blijven”, zei ik en hoopte stiekem dat hij dat zou doen. “Nee meisje, het is mooi geweest. Ik ben op en ik kijk op de klok omdat ik denk: waar blijft ze nou. Wil je een foto voor mijn vrienden maken, om te laten zien hoe fijn ik hier in mijn bedje afscheid neem? Dan hoeven ze niet verdrietig te zijn.”’
‘Verdrietig waren we toch, omdat we hem moesten missen. Maar zonder schuldgevoel.’

‘Ik heb nog een advies: mochten dierbaren de contributie voor de NVVE een drempel vinden (mijn vader en zijn vrouw hadden alleen AOW en dan is iedere euro er één)? Geef het lidmaatschap cadeau.
Klinkt raar, maar een waardig afscheid: dat is een cadeau voor de betrokkene én voor de nabestaanden! Terwijl ik dit opschrijf, realiseer ik me ineens dat ik het voor mezelf nog moet regelen.’