‘Ik zie ons in april 1999 nog fietsen: van het ziekenhuis naar huis, met Aats doodvonnis op zak. Uitgezaaide longkanker, volgens de statistieken nog ongeveer negen maanden te leven. Aat was pas 51, weken van totale wanhoop en verbijstering volgden. We voelden ons als ontredderde drenkelingen midden op zee met een lek in het schip, alleen wisten we niet hoe groot het gat was. Onze vakantie werd afgezegd, het maken van plannen leek ons iets uit een vorig leven. Plannen? Hoezo? Waarvoor?’
Opgelucht
‘Vanaf dat moment draaiden onze dagen alleen nog maar om de keuze: wel of niet behandelen, wel of niet verder laten onderzoeken, wel of geen ziekenhuisopname in Amsterdam. Op een dag kwam Aat naar me toe en vroeg: “Wat zou jij doen als je mij was?” Ik had die vraag al eerder verwacht en had mijn antwoord klaar: “Financiën op orde hebben en uitzoeken hoe het zit met euthanasie”. Hij leek opgelucht, en we gingen met beide zaken aan de slag. De hele procedure van euthanasie werd ons uitgelegd door onze begripvolle huisarts Laila. Het is natuurlijk raar om te zeggen dat de kennis daarover het voor ons wat lichter maakte, maar het was wel zo. De wetenschap dat Aat niet tot het allerlaatst door hoefde te gaan, maar de regie in eigen hand kon houden, maakte de tijd die we nog hadden minder lastig.’
‘Na veertien loodzware maanden, waarin we toch evengoed soms wisten te genieten van kleine dingen, kwam het moment van afscheid nemen dichterbij. Aats gezondheid verslechterde in korte tijd, er waren uitzaaiingen naar zijn andere long, hij werd steeds benauwder, kreeg steeds meer pijn, kon steeds minder. En weer stelde hij de vraag: “Wat zou jij doen in mijn geval?” Mijn antwoord lag voor de hand: “Wat heeft het leven je nog te bieden? En hoe zien de komende weken er dan uit?”.’
Beste oplossing
‘Het besluit om te vragen om euthanasie was snel genomen, we wisten allebei al lange tijd dat dit de beste oplossing was. Al die maanden hadden we het onderwerp regelmatig besproken tijdens bezoeken van de huisarts. Aat heeft haar gebeld en haar op de hoogte gesteld van zijn voornemen. En zo geschiedde. Op 30 juni 2000 is hij overleden, in alle rust. Ik kijk er nu, ruim 20 jaar later, nog steeds met een goed gevoel op terug. Aat heeft een menswaardig levenseinde gekregen, zo zie ik het.’