‘Alles was bespreekbaar tussen ons, ook nu. Peters belangrijkste zorg was dat hij mij zo goed mogelijk wilde achterlaten. Peter voelde zich na de diagnose slecht: hij kon eten noch slapen en viel in korte tijd veel af. Gelukkig kon de huisarts de klachten met de nodige medicatie verminderen, waardoor de vermoeidheid afnam en hij weer meer eetlust kreeg. Dat gaf ons meer tijd en rust om ons op het onvermijdelijke einde voor te bereiden.’
Hartverwarmend
‘Zijn enige wens was om goed afscheid te nemen van iedereen die hem dierbaar was. Zo brak er voor ons een periode aan met veel bezoek van familie, vrienden, buren en oud-collega’s. We werden overstelpt met medeleven, bloemen, kaartjes, mailtjes en telefoontjes. Hartverwarmend, en soms overweldigend, maar het deed ons erg goed. Ondanks ons verdriet, mochten wij elke dag afsluiten met: het was weer een mooie dag. Ook vierden we kort na elkaar ons beider verjaardagen. Op die van Peter stonden we er bewust bij stil dat hij 72 goede jaren heeft beleefd en mocht terugzien op een mooi leven.’‘Peter is altijd een man geweest, die graag de controle hield. Al sinds 2000 zijn we lid van de NVVE en, sinds de oprichting, vriend van de Levenseindekliniek, het huidige Expertisecentrum Euthanasie. Ook hebben we in de jaren ’90 bewust een huisarts gezocht en gevonden met euthanasie-ervaring. Bij hem hadden Peter en ik onze euthanasieverklaringen neergelegd. Omdat we geen kinderen hebben, vonden we het belangrijk dat de huisarts op de hoogte was van onze levenseindewensen. Na zijn diagnose heeft Peter zijn wilsverklaring die vooral gericht was op dementie, geactualiseerd. De huisarts bevestigde dat hij Peter zou helpen als het niet meer ging.’
‘Vanaf half maart werd Peter bedlegerig, hij was moe, vermagerde fors en kreeg steeds meer pijn. Begin april gaf hij te kennen dat hij graag zo snel mogelijk euthanasie wilde. De huisarts gaf Peter nog enige dagen bedenktijd, vroeg om een laatste aanvullende verklaring en op maandag 12 april zijn de voorbereidingen definitief gestart. Ook de SCEN-arts die een dag later langskwam, zegde zijn medewerking toe.’
